Monitoring van de effecten van de verruiming 48'/43': MOVE-Rapport 9, deel I: Fysische hypothesen 2006: Onderliggende rapportage bij MOVE rapport 10 Eindrapport 2006
Holzhauer, H.; Van Eck, B.T.M.; van Maldegem, D.; Parée, E. (2007). Monitoring van de effecten van de verruiming 48'/43': MOVE-Rapport 9, deel I: Fysische hypothesen 2006: Onderliggende rapportage bij MOVE rapport 10 Eindrapport 2006. MOVE Hypothesedocument Deel I : Fysische hypothesen. Werkdocument RIKZ, ZDA/2007.808w. Rijksinstituut voor Kust en Zee: Middelburg. 237 pp.
Dit hypothesedocument 2006 is in opdracht van Rijkswaterstaat Zeeland door het Rijksinstituut voor Kust en Zee opgesteld. In het kader van het project MOVE (tienjarige monitoring Westerschelde verruiming 48’/43’) is een meetplan opgesteld om fysische, biologische en chemische parameters in de Westerschelde na de verruiming 48’/43' te kunnen volgen. De metingen die in dit plan zijn opgenomen werden grotendeels al in andere monitoringsprogramma’s verricht (MWTL en BIOMON); in enkele gevallen zijn naast deze bestaande metingenaanvullende metingen uitgevoerd (voor een overzicht zie Bijlage A). Meetinformatiedienst Directie Zeeland (nu Meetadviesdienst) voerde de meeste metingen uit, maar ook andere afdelingen van Rijkswaterstaat,medewerkers van RIKZ, particuliere (onderzoeks)bureaus en instituten werkten mee.RIKZ-deskundigen bewerkten en interpreteerden de gegevens. Zij beschrijven in dit rapport de methode die ze gebruikten, de resultaten en de conclusies die zij trokken. Hieronder staat een compleet overzichtwie hebben bijgedragen aan het hypotheserapport. Om de kwaliteit van onderliggend hypothesedocument 2006 te waarborgen zijn conceptversies door de volgende instituten becommentarieerd: WL Delft, Geowetenschappen Rijksuniversiteit Utrecht, NIOO-CEME Yerseke, SOVON Beek-Ubbergen, Alfred Wegener instituut List/Sylt Duitsland, K. Essink Paterswolde.