In het kader van het project BENTOX (Benthische Toxiciteit) is onderzoek gedaan naar de actuele ecotoxicologische risico's van organische microverontreinigingen in mariene sedimenten. In een aantal experimenten is de biologische beschikbaarheid van PCB's en PAK's uit in het veld verzamelde, resp. experimenteel opgeladen, sedimenten bepaald, en gerelateerd aan ecotoxicologische effecten op zeepieren, schelpdieren en slijkgarnaaltjes die aan de sedimenten zijn blootgesteld. Uit het onderzoek is gebleken dat het ecotoxicologisch risico van PCB's en PAK's zich vooral uit in een verstoring van het reproduktiesucces van de bodemdieren, welke primair samenhangt met het interne gehalte van deze stoffen in de dieren. Het interne gehalte op zijn beurt reflecteert de blootstelling aan de in de sedimenten opgehoopte verontreiniging. Bodemdieren die zich voeden met sedimentdeeltjes, zoals de zeepier, worden het zwaarste belast, terwijl bij veroudering van de sedimenten de biologische beschikbaarheid van de verontreiniging substantieel afneemt. De toetswaarden (normen) voor sedimentverontreiniging zijn primair gebaseerd op aquatische toxicitietsgegevens, onder de aanname dat evenwichtspartitie de actuele blootstelling bepaalt. De blootstelling van sediment etende bodemdieren is evenwel groter dan op grond van evenwichtspartitie wordt verondersteld, terwijl de mindere biologische beschikbaarheid van oudere sedimentvervuiling juist tot een mindere blootstelling leidt. Aanbevolen wordt om de ecotoxicologische toetsing van sedimentvervuiling met matig afbreekbare en slecht oplosbare organische toxicanten aan te scherpen op basis van de potentiële risico's voor sediment etende bodemdieren, doch in de definitieve beoordeling van het actuele risico rekening te houden met de daadwerkelijke biologische beschikbaarheid van de toxicanten, met name als sprake is van een oudere restverontreiniging. De biologische beschikbaarheid van sediment gebonden toxicanten is het meest betrouwbaar te bepalen door middel van een bioaccumulatie-assay met zeepieren. Vervolgonderzoek zou zich moeten richten op de ontwikkeling van een gestandaardiseerde bioaccumulatie-assay met de zeepier, en een op ecotoxicologische effecten gericht referentiekader voor interne gehalten van PAK's en soortgelijke verontreinigingen gemeten in zeepieren. Op basis van het BENTOX onderzoek kan voor de blootstelling aan BaP uit sedimenten een ecotoxicologische drempelwaarde op 4 mg/kg vet in de zeepier worden gesteld.
All data in the Integrated Marine Information System (IMIS) is subject to the VLIZ privacy policy